Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

hem verzogten op een Jagtparty', zoo weigerde hy het: maar hy zou tien myl ver ge. reeden hebben om een honde gevegt, of kegelfpel by te woonen. Žyn Zufter op t Clavecimbaal te hooren fpeelen verveel. de hem aanftonds, maar by een doedelzak kon hy zitten tot hy in flaap viel. In t kort, nooit zagh men ftommer blok, en dus bleef hy tot hy twintig jaaren had, maar toen, wanneer alle hoop tot verbetering voorby was, gebeurden er eene verandering in hem, niet min verwonderlyk, als behaaglyk voor alle die 'er belang in hadden.

Eene jonge Schoonheit, een doghter zonder Ouderen, over welke zyn Vader tot Voogd benoemd was, kwam op het Landgoed, om er de Zomer door te brengen. Haare bevalligheden waren zoo aantrekkelyk, dat inen 'er van te gemoet zien kon, dat ieder 'er zich over verwonderen zoude, en 'er meede ingenoomen moeft wezen doch waren de begaaftheden van haare ziel oneindig fchoonder.

[ocr errors]

Zy was gemeenzaam, wel geaard, lieftallig, beminde op 't zcerft de Wetenfchappen, en had zoodanige goede kundig. heeden bekomen, in alle zaken, welken haare Opvoederen als nuttig voor onze Sexe hadden aangemerkt, als ooit konde ge wenfcht worden. By dat alles kwam nogh, dat zy volflaagen vry was van Hoog, moed, Gemaaktheit, en alle andere zotheeden

>

heeden van den tyd, fchoon opgevoed te Londen, en toen niet meer als zeventien jaaren oud; omftandigheden, in welke weinige geheel vry van die gebreeken' gevonden worden.

Onze nieuwen Cymon, hoorde veel praaten van die jonge Juffer, en datze ftond op 't landgoed te komen, en datze zulk en zulk eene volmaakte en fchoone Juffer was; maar liever hy hoorde 't niet. Want 't was hem geheel onverfchillig.

[ocr errors]

Hy wift de dag wanneer ze gewagt wierd, maar een boere halfvatie deed hem uitgaan, en hy zaghze niet voor 's morgens: egter was 't oogenblik dat hy ze zag 't zelve waarin hy getroffen wierd. Hy veranderde wel haaft van gedrag, en begon meer en meer te huis te blyven, en traghtte ge duurig te weezen, waar zy zich bevinden mogte.

Zy beminde het leezen, en hy vatte ook een Boek in handen, en begon "er zelf van zyne flaap uuren aan te fpillen, om in ftaat te zyn, van haar den volgende dagh te vertellen, wat hy geleezen had.

't Gebeurde dat hy in de zaal kwam, op een tyd, dat zy en zyne Zufter, te zamen een Minnuet danften: hy de bevalligheit ziende daar het meede verrigt wierd, en zyne on bedrevenheit gevoelende, zugte van fchaamte, en verzogt van zyn' Vader dat de Dansmeefter, die hy eertyds ten huis had uitgejaagt, mogt verzogt worden om te rugh te

kee.

keeren. Hy wierd, op gelyke wyze, een beminnaar van de muzicq; eenige leffen van de greep op de Bas waren hem nogh in geheugen, die, en zyn lesboek, hielpen hem tans zoo ver, dat hy binnen korte dagen, een klein voisje met zyn Zufter kon accompagneeren, als zy op't Clavecimbel speelde, of de betoverende ftem, van de oorzaak van zulk een wonderbaare verandering, volgen kon.

[ocr errors]

De velden en weiden hadde nu geen vermaak voor hem: ten waren wanneer Celia (dus noemde hy zyne fchoone) dezelven bewandelde: hy fprak niet meer van ploegbaare Akkers, nogh roemde. niet van fprongen over Slaghboomen, nogh van hupfche Derns in de Hooyberg gegooid te hebben; of dat hy de baas geweeft was by de vrolykheit van een fchaapsfcheerdery: hy was waarlyk het omgekeerde van al 't geen hy geweeft was; en zeer gevoelig over 't verlies van zyn' tyd, tragtte hy, om dezelven weder in te halen, door een te neerstiger oeffening. Zoo veel vermogt de liefde op zyne neigingen. Ik heb hier vooren gezegt, dat hy alleen wat Latyn had kunnen leeren, 't was echter van niet veel. belang geweeft tot den tyd dat hy met Celia bekent wierd, maar op zekeren dagh haar zeer bevallig eenige Vertalingen uit Horatius en andere Griekfcbe en Latynsche Dichters boorende opzeggen, fchaamde hy zich, zoo kundig niet te zyn in deeze twee

talen

talen als zy; derhalven tragtte hy zyne beginfulen in de eene voort te zetten, en teffens om de andere te leeren.

En waar toe is een bereid willige Ziel, met een onvermoeide vlyt, niet bekwaam! Zyne hartstoght voor de beminnelyke Celia, de bewustheit van zyne onwaardigheit te dier tyd, en de begeerte om meerder waardig te wezen, maakten hem bekwaam om wonderen te doen: en weinige weken verrigtten, 't geen, waarfchynelyk, nooit zoude gefchied zyn, ware Celia niet op 't land gekomen.

Welk een Vreugd deeze ongeziene, en ongehoopte verandering zyn' Vader gaf, kan niemant als een Vader begrypen; 'twas deezen ook te aangenamer, dewyl zulk een waardig voorwerp 'er oorzaak van was; maar fchoon hy, en het geheele Huisgezin, die liefde merkten, en erkennen moeften dat die alleen dit wonder uitgewerkt had, deed niemand het aan hem blyken, als denkende, dat het beft zoude zyn, de zaken geheelyk op hunnen loop te laten, hen vernoegende met hem in zyne oeffeningen aan te moedigen, en al het nodige tot derzelver bevordering te bezorgen.

Hy vertaalde verfcheide kleine ftukjes uit. de Schryvers die in gebruik zyn, welke zeer gepreezen wierden door zyn' Vader, en van den Heer die tans tot zyn Opvoeder diende; onder anderen was de Hiftorie van Jupiter en Europa, welke hy in Moscus vond, zeer na zyne finaak, en hy nam veel moeite om II. Deel. VI. Stukje.

Gg

die,

.

die, op 't beft mogelyk, in 't Engelfch over te brengen; want daar de liefde hem de begeerte tot Wetenfchap had ingeblaazen, leerde die hem teffens de gelegentheit vinden, om het geene hy wenfchte te verklaren: tot hier toe had hy 'er het minste denkbeeld niet van durven geven. De ma

nier op welke hy het nu deed, was deeze.

Hy fchreef zyne Vertaling netties over, verçierde dezelve rondsom met getekende bloemen, en zette al de Hoofdletteren af,. met goud en rood, dus maakte hy ze zoo fraai hy konde, en voegde eene opdraght in Veerzen, het allereerfte proefftuk van zynen Dichtader, 'er by ; de Leezer begrypt lichtelyk, dat hy de Vaarzen dikmaal veranderde, eer hy zelf 'er zoo ver van voldaan was, dat hy ze aan Celia dorft aanbieden.

Eindelyk vertoonde hy 't Dichtstukje aan zyn Leermeefter, onder een foort van vertrouwelykheit, zonder zyn hartsgeheim 'er by te voegen, en enkelyk als een foort van wellevenheit, die hy betoonen wilde, aan een Jonge Juffer die zyn Vaders Gaft was;

die Heer lachtte in zich zelven, om de omzichtigheit, en zedigheit, van zyn' opvoedeling, dogh wel wetende, hoe de Vader dienaangaande dagt, keurde hy het oogmerk goed, prees het Dichtftukje, en moedigde hem aan, om het Celia te zenden.

Wy zullen hier zyne gedaghten plaats

geven.

AAN

« VorigeDoorgaan »