Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

AAN DE ALLERBEMINNELYKSTE:

C

EL

I A.

[ocr errors]

Om haar de FABEL van JUPITER en
EUROPA, vertaald, volgens MOS-
CUS, op te dragen."

De Fabel die 'k U op kom dragen,
In boope dat ze U zal behagen,
Toont, met wat magbt de Minnegod
Voert, overal, bet boogh gebod
Hoe Schoonbeit, en Bevalligbeeden,
By Goon, en Menschen, aangebeeden,
Steets wond'ren hebben voortgebraght.
JUPYN gevoelde eens de kraght,

Van Kupido's verwoedde Schichten,
En moeft, met al zyn Blixems, zwichten,
Voor feboone EUROOP', van elk gevryd;
De CELIA van baren tyd.

Hy, met zyn Grootheit toen verleegen,
Vond niet, boe baar ooit te beweegenz
De donders oryën veel te sleght:
Dus beeft by ze aanfonds afgeleght,
En zich op 't nedrigft gaan vermommen.
Wie moet niet, fchier als by, verfommen,
Gg 2

Wyl

Wyl bier een God, van elk gevreeft,
Zich zelf bervorremt in een beeft,
Om, tot zyn oogmerk te geraken,
En, fchoone EUROPA, laf te schaaken!
'T geen Moscus ons hier van befchryft,
En, ́'t geen JUPITER daar bedryft
En, of bet zulke Godbeen paften,
Dat zy, de Schoonen, dus verrafen,
Is tans niet wat ik onderzoek;

'K vertaal 't geval, na Moscus Bock;
En beb 't een ander kleed gegeven,oo
Om dat ook wy 't geval beleeven,
Waar in de Liefde, door haar kraght,
Heeft eene bervorming gewraght,
Die, van de zyne, in allen declen
Op 't allermeeft komt te verfcheelen:
Dewyl by, dien 't gelukkig lat
Te beurt vald, verre van een God,
Veel eer, den Buffel zoude weezen
Die, uit den dieren fland verreezen,
Word tot een booger faat gebraght,
Om, met bet menfchelyk geflaght,
Voortaan, als Mensch, meê te verkieren,
En de GODIN altoos te eeren

Die zyn Hervorming beeft verricht,
Q! CELIA! bet bemels light,

Das

Dat uit uw oog myn Ziel befraalde,
Herfcbiep my, heel en al, en baalde
My, toen ik 't allereerst U zagh,
Uit 't aakligh duifter, in den dagb
Van alle gelukzalig beeden!
Des word gy van my aangebeeden
En zult fteeds de Godinne zyn,
Die, in een' menfchelyken fcbyn,
My, arme Man, kwam te bebouden.
Ook zeggen, die de Zaak aanfchouden,
Dat, voortaan, al myn levenstyd
Aan uwen dienst moet zyn gewyd;
Doch, dat behoef ik niet te leeren:
Myn ziel zal u geftadig eeren,
Zoo lang 'k geniet het levenslight;
Gy zyt bet voorwerp van myn Dicht,
En zult bet Kragt en Luifter geven,
Om uwen Lof feeds te doen leven!
Heeft Moscus zyne Euroop vermaart
En baar gedachtenis bewaart,
Uw Glans Spreid beerelyker firalen:
Zy beeft fupyn op aard doen dalen
En maakte van een God een Beeft:
Maar was ik ooit een Menfch geweeft,
Had gy, met Hemelscher vermogen,
My niet der beeftigheit ontoogen?

Gg 3

J

My

My, levenlooze, aangeroert,
En zelf, ten Hemel ingevoert!
Dus zal men CELIA feeds loven,
Zy gaat EUROPA ver te boven.

[ocr errors]
[ocr errors]

"

Voeg by al uwe deugden, overfchoone ,, Juffer, nog het bewys van eene goedheit: neem het geringe offer deezer eersteling van mynen arbeid gunftig aan: om my aan ,temoedigen, van tot meerder bekwaamheit te geraken, en in staat te worden, op eene wyze, meer uwer waardig, te betuigen, met welken yver en getrouwheit gy altoos ,, zult aangebeden worden van

[ocr errors]

دو

دو

[ocr errors]

Uwen Hervormden

STREPHON.

De gedaghten van dit ftukje, fchoon gebrekkig uitgevoert, dunkt my, hebben iets erkentelyks in, dat 'er de verhevenheit van uitmaakt, en aan Celia veel voldoening moet gegeven hebben. Zy ontfing het ook met alle welvoeglyke goedheit; want fchoon zy niet onkundig was van de hartstoght die zy hem had ingefcherpt, alzoo weinig als alle anderen die 'er de uitwerking van zagen, geliet zy zich, even of ze dezelve niet merkte, en of ze deeze opdraght, en al zyne verdere oplettenheeden, ontfing, als uitwerkzelen van eene beleefheit, die de Zoon

van

4

van haren Voogd in agt nam, om de eer van zyn Vaders huis op te houden, aan welken ze, met ongedwonge manieren van beleefde erkentenis beantwoorde.

Met dat alles verliep den tyd, en Celia ftond weder na Londen te keeren, 't geen de arme Strepbon in naargceftigheit deed vallen, en de Vader duchten, dat deeze fcheiding flegte gevolgen hebben zoude, dus vond die geraaden, op zyn beurt, in 't fpel te komen, en haar te verzoeken van nogh eenigen tyd tot zynent te blyven. - Hy zei verder, dat hy gemerkt had, hoe grooten ver mogen haare fchoonheit, deugden, en bekwaamheden, op 't hart, en 't verstand van zyn' Zoon hadden, en dat hy zich dus vleide, hem geheel een ander menfch te zullen zien, en, met der tyd waardig, om te trag ten zich aangenaam by haar te maken; wanneer hy Vader, die haare Opvoeding, altoos als die van een zyner kinderen behartigt had, hoopte, zoo gelukkig te zyn, om haar als eene zyner doghteren te zullen mogen omhelzen.

CELIA was in 't geheel niet verwonderd over deeze Verklaring; in het tegendeel zy had ze reets over eenigen tyd te gemoet gezien: dus was haar antwoord gereed.

de perfoon van Strepbon was in 't uiterlyke niet onaangenaam; en de bewustheit, dat al de drift, welke hy betoonde, om zyn gedrag te befchaven, en zyn kennis: te vermeerderen, alleen voortkwam, uit

Gg 4

den

« VorigeDoorgaan »