men geheel verteert; aan de dunnen darmen wierden by veelen groote verstorve plekken ontdekt; en in 't algemeen waren de vliesen der darmen verdikt; . doch de veerkragt derzelven in eenen goeden staat. Alle deeze lyders hadden den rooden loop, met eene ontsteekings- of rotkoorts gehad; doch in hen, die eenen flymerigen, lang aanhoudenden, loop gehad hadden, waren de darmen ook zeer slap, bleek, dun, en met lugt opgezet. De milt, lever, en het alvleesch waren verhard, en grooter. Deeze hadden noch zwaare pynén, noch eene ontsteekings - koorts gehad, en hun grootste ongemak bestond daarin, dat de dranken, welke sy gebruikten, aanstonds weder wechliepen, de kragten allengskens verminderden, en sy eindelyk Zeer zagt stierven. In die geenen, welke 'eene Pag. 218. aamborstigheid gehad hadden, waren de longen gemeenlyk verhard, en aan het borstvlies gegroeit, of ook met taaye slym opgevuld: hadden fy teffens veele fluimen opgegeeven, dan vondt men ook in dezelven verzweeringen, welker randen verhard waren; en, zoo sy te gelyk met eene heete koorts geplaagt waren geweest, waren de vaten der long gemeenlyk vol bloedo De gal was weinig verandert, ja, by de meef.Pag. 219. ten was dezelvé natuurlyk; in sommigeni wierden in de galblaas steenen gevonden, welke beletten, dat de gal uit de blaas komen kons zoo dat dezelve geenzins als eene oorzaak dee. Zer ziekte aan te merken was; daar dezelve veel eer moeft gezogt worden in de belette uitwaar seming. Verscheide aanmerkingen omtrent de water- Pag. 22à zugt, heeft de Schryver aangetekend. In meer V. Deel. I. Stuk. F dan dan twaalf lyders, die aan de buik-waterzugt gestorven zyn, heeft hy niet tweemaal de lever verhard en vergroot gevonden; en in anderen, by welken de lever zeer groot, hard, en door veele verzweeringen aangedaan was, geen water in den buik waargenomen, en daar uit befluit hy, dat de oorzaak van de buik-waterzugt. in de ontaarting van andere deelen moet gezogt Pag. 226. worden. In eenen Musquetier ontstondt de borft-waterzugt van eene verzweering agter het sleutelbeen, waar door de omleggende aderen Pag. 229. en watervaten gedrukt wierden. Het rykelyk gebruik van water kan niet aangemerkt worden als eene oorzaak van de waterzugt , doch een al te sterke minnenhandel kan hier veel toebrengen, gelyk dezelve ook veroorzaakt ward door te rug gedreeven schurft, en eene verstopping der gewoone ontlastingen van bloed. Pag. 233... Wanneer deeze ziekte een gevolg van de koorts was, liet de Schryver de lyders eerst een braakmiddel gebruiken, en den daar aan volgenden dag een buikzuiverend, vervolgens middelen tegen de koorts met de kina, geduu. rende vyf dagen, dan wederom een braakmid. del, en eindelyk den koorts-bast met bittere zaaken. Sommigen, die niet konden aan het braaken gebragt worden, wierden door sterke Pag. 238. afgangen geholpen. De Genista, Scilla, en an dere gebruikelyke middelen, heeft hy vrugteloos beproefd. Het wryven met zagte, warme, doeken, heeft de geneezing bevordert; fomtyds is het wryven met boom-olie ook nuttig geweest. Het extract van de Cicuta is met voordeel gebruikt, wanneer men verhardingen in den buik kon bemerken; het pulvis radicis colchici was insgelyks in dit geval van groot nut. In agt lyders, welke van een en veertig ge- Tot het aftappen van het water is een troi. Pag. 245. F 2 maakte maakte daar in eene kleine opening, en daar uit kwam veel water, welk helder, doorschynend was, en den reuk had van pis, die niet zeer oud was. De opening van den pisleider in het bekken van de nier was.toegegroeit, het bekken zeer sterk uitgezet, in veele kleine holligheden verdeelt, en deszelfs randen zeer dun: de zelfstandigheid van de nier verteert. Uitwendig was dezelve met veel vet, en een fterk celag tig weefsel bekleed. De vaten waren een wei..:-.3.1 nig vergroot; doch voor het overige was niets Pag. 252.-byzonders, ook was de regter nier gezond. Zeer moeyelyk, zoude het zyn, zoo eene ziekte by het leeven te kennen en te geneezen; door eene opening te maaken, en met het troicart het water te ontlasten, zoude men nog eenige verligting skonnen te weeg brengen; doch de Operatie .zoude eene bekwaame hand vereischen, en, dezelve verrigt zynde, zoude men altyd eene foort van filtel moeten behouden. Pag. 256. De manier van DAVIEL, om den staar te ge neezen, word door onzen Schryver goed gekeurt, veele lyders heeft hy van denzelven verlost; en hy deelt syne waarneemingen daar omPag. 295. trent mede. In eenen lyder , dien hy van den staar in het eene oog gelukkig bevryd had, zoo dat hy uit hetzelve goed zien kon, wilde hy ook den staar uit het andere oog' néemen, dezelve was zeer groot, en zoo dra die uit het oog kwam, fcheen het den lyder, als of hy een zeer helder ligt zag, welk aanstonds ver dween, waar na hy ook niets meer zien kon. Pag. 281. In eene vrouw van drie en sestig jaaren, tragte hy den staar in beide oogen met de naalde neder te te drukken, dewyl de oogen zeer diep lagen; in het eene oog was de staar nog niet geheel hard, en daarom moest de nederdrukking wel tien maalen geschieden, eer de staar volkoinen : naar beneden kwam. In het andere oog kon hy denzelven in het geheel niet met de naalde naar beneden brengen, alzoo dezelve niet, dan een verdikt vlies was, maar haalde dit vlies naderhand, volgens de nieuwe manier uit het oog, door middel van een tangetje , wordende hetzelve gevolgd door het cryftallyne vogt, welk helder en doorschynende was; des nagts na de eerste operatie kreeg de vrouw sterke braakingen, waar door de neêrgedrukte staar wederom naar fyne vorige plaats opklom, en haar het gezicht benam. De Schryver is de Pag. 263, eerste, die volgens de manier van Daviel in Denemarken deeze operatie heeft verrigt; hy wierd daar door te meêr aangezet, om dat de meesten, die door de Hr. CYRUS en TAYLOR met de naalde geopereerd waren, wederom blind wierden. In twee gevallen is de opera. tie vrugteloos geweest. Een blindgebooren kind Pag:267 wierd van den staar verlost, het oog genas, men kon niets tegennatuurlyks aan hetzelve bemerken, en egter had hetzelve fyn gezicht niet wedergekreegen, zoo dat waarschynelyk het net-vlies zal zyn aangedaan geweest. la Pag. 271. eene vrouw, die lang met opstygingen geplaagt was, was een kramp van het oogs waardoor hetzelve zeer verkleint was, de oorzaak van de blindheid. In dit laatste geval, gelyk ook, wanneer de staar zeer groot en hard is, kan men van de neêrdrukking meêr hoopen; door een grooten staar word ch F 3 de |