hebben konnen besmet worden wanneer hy egter niets kwaads ondervonden heeft, of ooit iets vreeft. Hy verzekerd , dat de Hr. Sul . , zer in Gotha van zeer veele , die hy ingeënt heeft, maar een kind heeft verlooren, waar in hy.de inenting had afgeraaden, en waar van de minne met zwaare pyn de stonden kreeg. Pag. 17. De Hr. WERLHOFF heeft in eenen brief aan den Hr. SCHROEDER verzekerd, dat hy in eene praktyk van vier- en veertig jaaren, geen een voorbeeld heeft gezien, dat iemand twee maalen Pag. 21. de pokjes heeft gekreegen. - De Schryver oordeeld de ingeënte pokjes byna niet besmettelyk, en meent, dat eene goede levensregeling, en zagte buikzuivering het lighaam tot de operatie genoeg voorbereide, houdende andere middelen, die daar toe gebruikt zouden konnen worden, veel eer nadeelig, wanneer het lig haam voor het overige gezond is. Op beide Pag. 23. armen wierd eene insnyding gedaan, den tweeden dag gebruikte hy een voetbad, en den vierden wierd eene aderlaating verrigt. Op den gewoonen tyd openbaarde zich de koorts, doch de uitbotting kwam eerst den sesden dag na de koorts, schoon de Hr. SCHRÖDER dezelve door eene amandelmelk met kampher en salpeter tragte te bevorderen. X V I I. Kurze Inoculations-geschichte von Winter thur im jabre 1768. Winterthur 8. d. i. Kort berigt van de Inentingen der Kin derpokjes te Winterthur in den jaare 1768. verrigt. M en heeft in deeze kleine Stad, voor 't eerst in 1763. de pokjes in zeventien kinderen, met een gelukkig gevolg, ingeënt, doch een derzelven behield eene verzweering aan het been, waar op lang daar na de dood volgde. Integendeel sleepten de natuurlyke pokjes in hetzelfde jaar van twee. en negentig zieke kinderen agtien wech, en veertien hadden soortgelyke verzweeringen, waar van ook eenige stierven. In 1768. wierden drie- en dertig menschen ingeënt, waar van ’er een , die te vooren ongezond geweest was, na de pokjes stierf. Niemand van alle de overige was in gevaar, doch verscheide hadden zeer veele, ja sommige wel 2000. pokjes. In twee kwamen de pokjes niet te voorschyn. X V III. Brief van JOHANNES ALBERTUS SCHLOS SER, Medicinæ Do&tor, Medelid van de Koninglyke Maatschappy der Weetenschappen van Londen, aan den zeer ervaarenen, en kundigen Heere FerDINAND DEJEAN, onlangs beroemd Stads Heelmeester der Stad Batavia; behelsende eene nauwkeurige Beschry. ving der Amboinfche Haagdis. Benevens eene zeer wel gelykende afbeelding deezer volstrekt nieuwe, fraaye, en tot heden toe genoegzaam onbekende soort, door bekwaame Kunstenaars vervaardigd. Amsterdam 1768, voor Rekening van den Schryver 4°, groot negen halve bladeren, en eene plaat. e Haagdis ; door den zeer geleerden Hr. ; Pag. 3. Pag. 4. sche en Nederduitsche taal beschreeven', vervuld de plaats tusschen den Leguaan 'en Basiliscus y sommige van fyne byzondere kenmerken zyn eigen aan den eersten, andere aan den laatsten, terwyl eenige aan deezę alleen eigen, hem kenbaar maaken, als eene egte nieuwe foort. F. Valentyn is de eenigste Schryver, by wien de Heer SCHLOSSER van dit dier eenig aanmer. kenswaardig berigt gevonden heeft ; hy word van hem de Kemphaan, of de gekande, ook wel wel de wilde water of rivier-leguaan, en door V. Deel. 4. Stuk. Hhh XIX. ΧΙ Χ. Beschryving van twee zeer fraaje kort staartige Oost - Indische Ysvogeltjes, , beiden voorzien met twee voor- en eenen agter-vinger, bewaard wordende in het Museum van Zyne Doorluchtigste Hoogheid, den Heere Prinse van Oranje en Nassauw. enz. enz. enz. Beschreeven en uitgegeeven door A. VOSMAER. Te Amsterdam by Pieter Meyer. 1768. 4" 7. bladz. 1. plaat. D eeze fraaje diertjes verschillen door de verdeeling der vingeren van die, welke door den Hr. VOSMAER te vooren reeds beschreeven zyn (*), en hebben in het geheel maar drie vingers, dusdanig geschikt, dat twee van dezelven voor en een agter geplaatst is. De verschillende fchikking der natuur hier in is verwonderlyk. Aan de verscheidenheid van gewest kan egter dit verschil niet worden toe. geschreeven, zoo, namentlyk, dat Afie vogelen, die men wegens haare uiterlyke overeenkomst met die van andere gewesten tot een geflagt brengt, met drie vingeren of klauwen voort zoude brengen, en Amerika met vier. Het tegendeel is bekend , en men hee ook Asiatische Ysvogelen met drie voor- en eenen agter-vinger. Beide diertjes, die hier befchreeven worden verschillen merkelyk in kleur, hoe(*) Zie deeze Bibliotheek IV.D. 4. St. pag.831. و |