C. CAES AESTRYCK. Deszelfs waarneeming van eene ge regelde neusbloeding. 384. Calcinatie. Dezelve vermeerderd het gewigt van fommige lighamen. 839. Caracal. Befchryving van dit dier. 508. CAT (C. N. LE) te Rouen overleeden. 205. Catheter. Op welke plaats de opening in denzelven moet gemaakt worden._170. CHAPPE D'AUTEROCHE Deszelfs berigt van eene reife, gedaan in Sibirien. 752. Chemnitz. Legging van deeze ftad, en van de gegraave lighamen, welke daar by gevonden worden. 254. CHESTON (R. B.) Pathological Inquiries and Ob fervations in furgery, from the diffections of morbid bodies. 284. 537. CHRISTIANOPULI (G.) defcriptio hiftorica morborum graviffimorum, ufu interno Mercurii fublimati corrofivi feliciter fanatorum. 762. Cicuta. Aanmerkingen omtrent dit middel. 42. Hetzelve is fomtyds voordeelig geweeft. 47. 386. Doch van andere zonder eenig nut gebruikt. 48. 70. 146. Verdere proeven van STÖRCK met dit middel genomen. 755. redenen, waarom dezelve in alle proeven van andere niet heilzaam geweest is. ib. Cicuta aquatica fchadelykheid van dit kruid. 274. 275. a. Gebruik van hetzelve by de inwooners van Kamfchatka. 692. Civet-kat. Befchryving van dit dier. 512. Colchicum is in de waterzugt met voordeel gebruikt. 82. 393. Verdere proeven van STÖRCK. 758. COLLINSON (P.) te Londen overleeden. 204. Colyk van Poitou. Waarneeming van deeze ziekte. 389. Conferva. Befchryving van eenige Conferva, by Dresden gevonden. 278. Copal. Eigenfchappen van deeze gom. 229. Van waar dezelve kome. 231. Iii 5 Co Coraalen. Overeenkomst tuffchen dezelven, en de Couguar. Befchryving van dit dier. 505. COUSIN. Deszelfs waarneeming van wormen, met D. DAHLBERG (N. F.) word Lyf-artz van den Kroon- prins van Sweeden. 860. zyn. 122. Darm. Een groot ftuk van eenen darm door het DAVIEL. De eer van de manier, om het crystallyn DELISLE (DEROMÉ) Lettre à M. BERTRAND fur les Deybeen. Deszelfs geleding met het ongenaamde Dier. Befchryving van een zonderling dier, op de overeenkomft der dieren met de planten. 238. is te Tubingen buitengewoon Hoog- Difticbiafis. Geneezing van dit ongemak. 137. Doofheid, dikwils een toeval van eene tuffchen. Dorft. Een ondragelyke dorft veroorzaakt door het Dranken. Eigenfchappen derzelven. 833. Dren. Drenkelingen. De beste manier, om dezelven lelevendig te maaken. 256. 257. 4. Droes. Aanmerking ontrent deeze ziekte der paarden. 745. 747. a. Dezelve taft ook de muil-ezels aan. 733Druipert, door eene tuffchenpoozende koorts opgeftopt. 72. Dulcamara. Nuttigheid van dit middel in de fcheurbuik. 730. E. Electriciteit. Nut derzelve in eene verlamming. a. 808. Encyclopédie ou Dictionnaire univerfel raifonnée des connoiffances humaines. Berigt van infchry ving op dit werk. 432. Etter. Waarneeming daar omtrent. 775. Etterborft. Gelukkig door de operatie in drie ly ders geneezen. 573. a. 822. Wanneer deeze operatie kan en moet verrigt worden. 143. Etter-oog. Hoe geneezen word. 138. EULER doed eene reis door Rusland. 201. 859. F. ERREIN (A.) Deszelfs manier, om den ftaar te geneezen onderzogt. 367. FE te Parys overleden. 652. Figures enluminées d'Hiftoire Naturelle. Premier Cahier. 643. FLURANT. Deszelfs manier om de blaas, in eene' pis-opstopping, te doorbooren. 818. a. FOSSE (LA) Deszelfs gedagten omtrent de zitplaats van den droes der paarden. 747. a. G. ADD (P. A.) Afhandling om fädesarternas fjukdomar, och deras botemedel. 488. G1 GATAKER (T.) te Londen overleeden. 652. Geelzugt, door den merc. fublim. corrofiv. genee zen. zen. 36. Door den koortsbaft wech genomen. Geelzugt, gevolgd op het toegaan van eene verzwee- Geerft-uitflag. Aanmerkingen omtrent deeze ziekte. GLAUBRECHT (F. E.) Diff. de odontalgia ejusque GMELIN (J. G.) Berigt van deszelfs reis naar Si- GMELIN (P. F.) Deszelfs levensbefchryving. 433. Gorgeret. Schadelykheid van dit werktuig by het Gonorrbed bæmorrhoidalis. 776. Goud, in de rievier Ariega gevonden. 748. Gras-air doorgeflikt, en door een gezwel op den GUE- GUERIN. Deszelfs waarneeming van een geheel ftuk van eenen darm, 14 duimen lang, door het fondement ontlaft. 394. GUETTARD. Deszelfs Verhandeling over de overeenkomft tuffchen de Coraalen en wormswyze buifen, en tuffchen deeze en de fchulpen. 474. over gegraave beenderen. 476. over het goud, welk in de Rievier Ariega gevonden word. 748. over het graaven van turf by Villeroy in Champagne. 754. Gymnotus. Eigenschap van deezen vifch. 453 H. Haagdis. Amboinfche. Beschryving van dezel 848. Hair, in befloote deelen van het lighaam gevonden. 314. Hals. Herftelling van eenen scheeven. 142. HAMEL (DU) Deszelfs verhandeling over een Infect, welk het Koorn in Angoumois verteert. 750. Harften, hoe dezelven 't beft met water konnen vermengt worden. 127. Hart, Ziekte van hetzelve. 454. Hazen-mond. Geneezing van dit ongemak. 138. HENSLER. Briefe über das Blatterbelzen. Zweyter Theil. 609 Herffenen. Fungi derzelver hoe wech te neemen. 397. Herffen-vlies. Dikke. Hetzelve zit flegts hier en daar aan het bekkeneel vaft. 396. Wonden van hetzelve, hoe te behandelen. 396. HEUERMANN (G.) Vermifchte bemerkungen und Unterfuchungen der ausübenden Arzeneiwiffenfchaft. 61. Heup-jigt. Geneezing van dit ongemak. 578. HEWSON heeft de water- en melk-vaten in een gans ontdekt. 650. Hiftoire de L'Acad. R. des Sciences & belles Lettres. Année 1758. 227. de L'Acad. R. des Sciences de Paris. An. née 1760. 451. Année 1761. 724. Hiftoire |