Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

NIEUWE ALGEMENE

KONST- EN LETTER-BODE.

NIEUWE ALGEMENE

KONST- EN LETTER-BODE,

VOOR MEER- EN MIN.GEÖEFFENDEN.

[blocks in formation]

Den tegenwoordigen Staat en voortgang der Geleerdheid, fchone Konsten en Wetenschappen, nieuwe Ontdekkin-
gen, Uitvindingen en Proeven, in enigerhande Takken derzelven: Bevorderingen, Sterfgevallen en Levensby-
zonderheden van geleerde Mannen en beroemde Konftenaren: Eerbewyzen en Beloningen, als mede Prysvra-
gen en Uitdelingen, met andere verrigtingen en voorvallen, zo by de onderfcheidene voorname Akademien en
Maatschappyen van Wetenschap, als by andere Genootschappen van Geleerdheids- en Konstminnaren, en
by alle openbare en meer afzonderlyke Stichtingen. Voorts opgave van uitkomende Boeken, Akademi.
fche en andere Schriften, met een kort berigt van derzelver inhoud, Land- en Zeekaarten, Teke-
ningen en Prenten, Schilder- en Beeldhouftukken, Gouden- en Zilveren - Gedenkpenningen, nieuw
uitgevonden Werktuigen en Konststukken, Muzykwerken, Toneel en ander Konstmatig nieuws,
Historifche en Letterkundige Anecdoten, Geboorte- Trouw- en Sterflysten, Waarnemingen
van 't Weder, allerleye Letterkundige Narigten en Byzonderheden, of 't geen van enig
aanbelang en nut kan wezen, zo in de Befchouwing als Beoeffening, voor alle Liefhebbers
van Wetenschap, gelyk mede voor den Handel en Scheepvaart, Land- en Veebouw,
Huishoudkunde, Handwerken en Traficquen, en algemene Industrie, enz. enz.

[blocks in formation]

1

NIEUWE

GEM EN E

A L GE

KONST- EN LETTER-BODE.

VOOR MEER EN MIN-GEÖEFFENDEN.

Vrydag den 3 January.

De

VOORBERIGT.

e Compagniefchap, voor welker rekening de uitgave van den ALGEMENEN KONST EN LETTERBODE, VOOR MEER EN MIN GEÖEFFENDEN, federt het begin van de maand July 1788, gefchiedde, met het einde van dit jaar tot ene fcheiding befloten hebbende, om redenen, dit jaar to Publiek voor het Publiek van geen byzonder belang, heeft zulks aanleiding gegeven tot het fluiten van dit Letterkundig Week. blad, met de N° 287. of het einde van het Elfde Deel. De Verzamelaar of voornaamste Schryver van het zelve echter, te veel aanmoediging en goedkeuring, by het letterlievend Gemeen, van zynen arbeid gevonden, en te edelmoedige hulp, van zyne vrienden en correspondenten, in zyne moeilyke onderneming, ontfangen hebbende, om de tank, welke hy eens hadde opgevat, en van welker nut hy zo zeer overtuigd was, te laten varen, kwam fpoedig overeen, met een der vorige Uitgeveren, om het werk in diervoegen te hervatten, dat het beiden de gedaante van een Nieuw, en, voor zo verre het op den zelfden leest, met het voorgaande, gefchoeid wierd, van een onafgebroken voortdurend Werk konde hebben: waardoor dan ook zulke la ter aangewonnen lezers van den Letterbode, die, uit hoofde van de aag hoger wordende prys van het geheel of van alle de reeds uitgegevene Delen, tegen het aankopen der hun nog ontbrekende Nominers met reden opzagen, geen ondienst kan gefchied zyn: terwyl zy, welken die allen volledig bezitten, het tegenwoordig aangevangen Dagfchrift, als eene Voortzetting, of eerften Volgreeks van het vorige kunnen befchouwen.

daags nog staan bygevoegd 'te worden, in aart, inrigting, inhoud en beftek, geheel het zelfde, door denzelfden Verzamelaar, of voornaamften Schryver, met zyne vorige medehelpers en correspondenten beärbeid, op het zelfde formaat, en een foortgelyke letter gedrukt, en, in alle opzigten, net het ontwerp en doel yan het vorige overeenkomende gelyk ook de Bladswyze weeklykfche uitgave, en de dag, waar op elk No. het licht ziet, nevens de prys daar van, onveranderd gebleven is..

Daar wy voorts onzen Heren Correspondenten, nevens de Lezers en verdere begunstigers van den Letterbode, voor hunne tot hier aan toe bewezene deelneming, dien ften en gunst, opregten dank betuigen, bevelen wy dezen onzen arbeid op nieuw aan hunne verpligtende medehulp en aanmoediging; terwyl wy, van onzen kant, niet in ge breken zullen blyven, om den inhoud van dit ons Letterfchrift, meer en meer belangryk, en zo onderhoudend, nuttig en volledig (*); te maken, als ons mogelyk zal

wezen.

(*) Wat het onvolledige betreft, byzonderlyk met betrekking tot het Buiten 'slands Letternieuws, 't geen, by zeker gedrukt berigt van een op handen ftaand Nieuw Letterkundig Magazyn, ons voorgaand Blad te last gelegd word: de uitgestrektheid van ons plan, gepaard met de zo bepaalde ruimte, voor ene zo grote verfcheidenheid van onderwer pen, kan niet anders, dan ons, by aanhoudenheid, noodzaken, om enkel het voornaamfle en belangrykste daaromtrent uit te kiezen, zonder ons in gevaar te ftellen, om onzen lezeren met kleinigheden te kunnen lastig vallen, of hen over geheel onbekende perfonen, of min beduidende, zo niet ons ten enemaal onverfchillige, pennevrugten, te onderhouden, waar mede men ligtelyk, wilde men alle buitenlandfche Het werk tog is en blyft, buiten ene geringe verande-Journalen uitfchryven, weeklyks, een geheel, en tamelyk dik, Bockring op den Tytel, en de vermeerderingen, die 'er eerst deel zou kunnen vullen. I. DEEL.

A

« VorigeDoorgaan »