VADERLANDSCHE LETTER-OEFENINGEN, WAAR JN DE BOEKEN EN SCHRIFTEN, DIE DAGELYKS IN ONS VADERLAND EN BENEVENS MENGELWERK, tot Fraaije Letteren, Konften en Weetenschappen VADERLANDSCHE LETTER-OEFENINGEN, WAAR IN DE BOEKEN EN SCHRIFTEN, DIE DAGELYKS IN ONS VADERLAND EN -Gefchiedenis van alle Godsdienften, van de Schepping af, tot I op den tegenwoordigen tijd, door w. HURD, D. D. Uit het Engelsch vertaald. Vierde Deel. Te Amfterdam, by M. de Bruin, 1783. In gr. octavo, 619 bladz. Met et den aenvang van dit Vierde Deel levert ons de Heer Hurd een oordeelkundig verflag van den Maho metaenfchen Godsdienst; gevende eerst een bericht van des Aertsbedriegers levensloop, vervolgens van den inhoud van den Akoran (*), en eindelyk van de voor naemfte plechtigheden, welken onder zyne Aenhangers in gebruik zyn; parende met het zelve verfcheiden bedenkingen tot dat Leerftelzel en deszelfs uitgebreide invoering betreklyk. Voorts ontvouwt zyn Ed. den Godsdienst der Tartaren, der Laplanders, en der hedendaagsche Gauren: waer op hy zich wyders verledigt, tot het voordragen van de opmerkelykfte onderfcheidene Godsdienften onder de verschillende afgodifche Volkeren in Afrika, blyvende die der onverlichte Amerikanen tot het volgende Deel uit gc (*) De benaming de Alkoran is een algemeen ingefloopen misbruik; men fchryft keuriger de Koran, zynde het vooren→ ftaende Al zo veel als de: insgelyks heeft de gewoonte van dien gewaenden Propheet Mahomet te noemen ftand gegrepen; terwyl zyn naem eigenlyk gefchreven behoort te worden Mohammed. Wy hebben ons hier aen de gewoone fchryfwyze gehouden, om gelyk te blyven aen die van den Autheur, iss dezen. VI. DEEL. ALG. LETT. NO. 1. A |