ALGEMEENE VADERLANDSCHE LETTER-OEFENINGEN, WAAR IN DE BOEKEN EN SCHRIFTEN, DIE DAGELYKS IN ONS VADERLAND EN MENGEL WERK, tot Fraaije Letteren, Konften en Weetenschappen higher ༣. ALGE ME E NE VADERLANDSCHE LETTER-OEFENINGEN, WAAR IN DE BOEKEN EN SCHRIFTEN, DIE DAGELYKS IN ONS VADERLAND EN Proeve van Aanmerkingen over het regt en onregt gebruik der H. Schrift, voornamelyk in het behandelen van de practyk der Godzaligheid, door c. SWAVING, Predikant te Naarden. Vyfde Stukje. Te Utrecht, by A. v. Paddenburg en G. v. d. Brink, Jansz. 1785. In gr. octavo et gewigtig onderwerp, het Volkscharacter van 't oude Israël, in het vierde Stukje aenvanglyk overwoo gen, word in dit vyfde verder behandeld. De Eerwaerde Swaving had zich, gelyk we gemeld hebben *), in 't voorige bepaeld, ter ontvouwinge der voornaemfte byzonderheden van den aert der Hebreen, om dan vervol gens de kern des Volks, de Godvruchtigen, na te gaen, en in overweging te nemen, in hoe verre de volksaert ook de hunne was; waertoe hy zich in dezen verledigt. Vooraf echter gaet, als een tweede byvoegzel op het bovengemelde, ene nadere onderrichting en opheldering, nopens etlyke byzonderheden in het reeds behandelde, als mede wegens de fchikking der Verhandelinge zel ve. Hierin komt bovenal in opmerking, 's Mans onderzoek, of hoogmoed dan afgodery voor den voornaemften trek van 't Nationael_character van het Joodendom te houden zy? en zyn Eerwaerde toont ten klaerfte, dat het eerfte, het overoud hooge volksgevoelen,,, wy alleen (*) Zie Alg. Vad. Letteroef. IV de D. bl. 383. |