Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[blocks in formation]

VOORRE DE.

Bij gelegenheid der uitgave van het vierde

deel deezes werks, bragten wij het gefchiedverhaal des Genootschaps, tot den eerften September 1794.

Wij vervolgen thans hetzelve, tot den eerften derzelfde maand van den jaare 1795, en moe→ ten daarbij, in de eerfte plaats aanmerken, dat staande dien tijd, bij het Genootschap zijn ingeleverd :

Vijf waarneemingen over verfchillende onderwerpen, door w. G. ALSTORPHIUS, Heelen Vroedmeester te Ameland,

Eene verloskundige briefwisfeling tusfchen de

Heelmeesters C. M. BUGGE VAN DER BỞ GE, en G. J. VAN WY.

De waarneeming eener Pisopftopping, van wormen in de Blaas afhanglijk, door den Geneesheer F. W. VAN DER LEEUW.

Een tiental van waarneemingen, betreffende de gebreken van den Kaakboezem, door den Heelmeester W. LEURS.

Eene verzameling van waarneemingen, uit oorfpronglijk Nederlandfche Schrijvers ontleend, en dienende ter voldoening aan het voorftel, opzichtelijk de Aangezichts- en Halswonden, voor dit jaar gedaan; onder de Zinfpreuk: Ar-. tem experientia fecit, Natura monftrante viam

Een antwoord op de vraag, betreklijk tot de Gezwellen der Liesch en binnen den Balzak, voor hetzelfde Jaar bij herhaaling uitgefchreven en getekend met de Zinfpreuk Multum adhuc reftat operis, multumque restabit.

Eene zeer uitvoerige verhandeling eindelijk over het werktuiglijke der verlosfing, getekend met de woorden van SENECA: Non pudet Phyficum ab animis, confuetudine imbutis, petere testimonium veritatis, en vergezeld niet flechts van een verzegeld Billet, dezelfde woorden tot opfchrift hebbende, maar tevens van eenen naam

loozen Brief, inhoudende het oogmerk des Schrijvers, om naamlijk, de goedkeuring des Genootschaps, zo mogelijk, op die verhande ling te erlangen, en dezelve hier na, daar door te zien gemeen maaken, of wel, zelve gemeen te maaken.

In de tweede plaats moeten wij daarbij aan merken: dat, geduurende denzelfden tijd, het Genootschap eenen zeer gevoeligen flag geleeden heeft, door het overlijden van deszelfs waardige Medeleeden, J. KRAGTINGH, A. SOEK, J. PHILIP, P. VAN LANCKUM, en J. H. STOLTE; gelijk ook, dat in de algemeene vergadering deszelven; gehouden den 7 September des laatstgemelden Jaars, en door den Hoogleeraar A. BONN geopend met eene Re devoering over den voordeeligen invloed der Kruid kunde op de Heelkennis, is befloten :

1. Om den Schrijver der verhandeling, onder de Zinfpreuk: Multum adhuc reftat operis, multumque reftabit, die bij het openen ván deszelfs verzegeld Billet bleek te zijn, j. LOGGER, Heelmeester te Leijden, den gouden Gedenkpenning toe re wijzen.

2. Om den zilveren Gedenkpenning toe te wijzen, aan den Schrijver der verzameling vanl

« VorigeDoorgaan »