Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

DE OPKOMST VAN HET NEDERLANDSCH GEZAG

IN

OOST-INDIE.

[blocks in formation]
[ocr errors][ocr errors]

VOORREDE.

Ik zou aan de voorrede van het eerste deel hier niets hebben bij te voegen, indien ik in de verwachting, van deze eerste reeks van stukken, in twee deelen te kunnen zamenvatten, niet in zóóverre ware teleurgesteld, dat dit tweede deel niet wijder spant dan tot het einde van het tijdperk van vrije mededinging vóór de oprigting van de Algemeene Oost-Indische Compagnie. Het derde en tevens laatste deel van deze eerste volgreeks van stukken uit het oud-koloniaal Archief, zal alsnu de oorkonden bevatten, welke betrekking hebben tot hetgeen sedert de oprigting dier Geoctroijeerde Algemeene Compagnie in OostIndie is verrigt, tot aan de instelling van het GouverneurGeneraalschap (1602-1610). De werkzaamheid en de bedrijvigheid, door de Nederlanders gedurende de eerste 13 jaren na hunne komst in Indie aan den dag gelegd, waren groot, allerwege werden handelsbetrekkingen aangeknoopt of de aanhechting er van althans beproefd. Voortbrengselen en ruilmiddelen werden onderzocht in vele landen, faktorijen werden opgerigt, overeenkomsten en verbonden werden gesloten, bovendien moest de algemeene vijand worden aangetast en bestreden. In dien rijkdom van feiten vinde dan ook de schrijver zijne verontschuldiging, zoo hij in plaats van met twee, den lezer met drie deelen lastig valt.

« VorigeDoorgaan »