Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

de voortzetting van een Werk van dien aart als deeze CHEMISCHE OEFENINGEN, het welke enkele stukken der Scheikunde in onderfcheidene vakken derzelve vervat, en waarin tevens de nieuwste ontdekkingen en verbeteringen in deeze wijdüitgestrekte Weetenfchap worden voorgedragen, allerönöntbeerlijkst blijft voor eene Maatschappij, in welke de aanvangelijke lust ter beöefening deezer in alle befchouwingen zoo hoogstnuttigste kunst naauwlijks begint te herleeven. Nie mand misgunne mij de vleijende gedachte van daar ter, door mijn' arbeid, zoo veel in mij was het mijne te hebben toegebragt: ik zal het voor deszelfs belooning achten, en moeten achten in een land, waar men waarschijnlijk eerst zal kunnen beginnen de allernoodwendig fte aller Kunften en Weetenschappen te beschermen wanneer de een en ander moeds genoeg zal hebben, om zich veelen tet vijanden te maaken, door 't openlijk ontvouwen en verklaaren van den beklaagelijken toeftand eener Weetenschap onder ons, waarvan voor den algemeenen welvaart, en zelfs voor 't leven en de gezondheid der Ingezetenen,zoo zeer veel afhangt: —Wanneer zij welken het opzigt van dit een en ander is toevertrouiod, zullen kunnen befluiten, om den Souverain, of de bijzon dere Magiftraaten, den toeftand der Scheikunde, benevens de daarüit veelvuldig voortvloeijende on/poeden en onheilen in ons land, met een mensch- en kunstlievend hart, naar waarheid, in het helderst daglicht, voor oogen te ftellen:-Wanneer geleerde Maatschappijen, welke bereids toonden van de noodwendigheid eener verbetering der Chemie in ons land,overtuigt te zijn, het niet enkel bij het mededeelen van ontwerpen ter verbetering zullen laaten:op dat het eenmaal aan de hooge Overigheid bleeke, van hoe

[ocr errors]

104

CHEMISCHE OEFENINGEN.

gewichtig een belang derzelver veel vermogende toezigt en bescherming hierömtrent,van zoo veele zijden, zijn zoude.

Mijn voorneemen is, indien mij nog eenige dagen levens vergund zijn, om een nieuw zoortgelijk werk als deeze Chemifche Oefeningen, te openen; en het zelve, zoo veel mogelijk, door toevoeging van nog een paar hoofdäfdeelingen, onderfcheiden van die welke in dit werk vervat zijn, niet minder belangrijk voor 't algemeen te maaken, dan men dit werk wel heeft gelieven te achten. Ik kan mij echter, voor als nóg, niet aan den tijd verbinden, op welken ik dien arbeid zal beginnen.

Vaart wel, waarde Landgenooten! en gelooft dat niemand hartelijker uwen welvaart en røem, naar zijn vermogen, wenscht te helpen bevorderen en te zien herleeven, dan uwen Medeburger

Amfterdam,

24 Augustus 1788!

P. J. KASTELEIJN.

BLAD

« VorigeDoorgaan »