Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

JAARBOEKEN

DER

GENEES HEEL-

ΕΝ

NATUURKUNDE,

uitgegeven

DOOR HET

GENOOTSCHAP;

Arti Salutiferae,

TE AMSTERDAM,

ONDER REDACTIE VAN

H.

D E

H. LE MON,
CS. Js. NIEUWENHUYS,
F. H. HARTOG,

F. VAN DER BREGGEN, CORNZ.,
W. H. BLOEM RÖDER
(Med. Docts.)

F.

EN

BUCHNER

(Heel-, Oog-, en Stads Breukmeester.)

Iften DEELS IIde STUK.

TE AMSTERDAM, BIJ
LODEWIJK VAN E S.

I 8 I 2.

[merged small][merged small][ocr errors]
[ocr errors]
[merged small][merged small][ocr errors]

WAT HEEFT DE GENEESKUNDE IN HET
BELOOP DER TIEN LAATSTE JAREN
WEZENLIJK GEWONNEN?

De

(Vervolg van het Ifte Stuk, bladz. 62.)

zoo zamengeftelde Phyfiologische leer van het zien, verkreeg van meerde zijden rijke bijdragen. Daartoe behooren de door MONRO, alsmede door YOUNG medegedeelde aanmerkingen over de middelen waarvan het oog zich bediend, om zich naar de verfchillende verwijderingen der voorwerpen te rigten, waaruit vooral volgde, dat noch eene verlen ging of verkorting van liet aspunt des oogs, noch eene vermindering van de kromming van het Hoornvlies hierbij in het fpel zij, maar eene verandering van den vorm der Lens daarbij noodwendig vooraf bepaald moet worden, 't welk evenwel onlangs door GRÄFE in zoo verre gewijzigd werd, dat de Lens op zich zelve wel lijdelijk, maar de eigenlijke verandering echter meer van haar kapfel en de vochtigheid van MORGAGNE afhankelijk zij; wijders de verklaring van WEBER omtrent de decussatie van de Zenuwen des ge

[blocks in formation]
« VorigeDoorgaan »