VERHANDELINGEN, OF VERZAMELING VAN STUKKEN; DE NATUURKUNDE, GENEESKUNDE, BETREFFENDE: Ten dienste van onze Vaderlanders, uit de Nieuw- EERSTE DEEL VAN HET EERSTE DEEL DEEZER • VERHANDELINGEN.. NLEIDING. Over de wyze hoe men de Natuurlyke Historie moet behandelen en leeren. I. Stuk. Pag. I Aanmerkingen tegen het Systhema van den Heer BUF FON, over de formatie der Bergen; Gisfingen omtrent de formatie van Dieren en Planten, door den Hr. REINHART, Raadsheer, enz. Een egt Berigt wegens Ysland. 19 37 Eenige Aanmerkingen wegens de Bereiding van het Staal, door den Hr. Commercie-Raad C. POLHEM. 82 Eenvoudig middel om Bier of Wyn verscheide Faaren goed te houden, door NIC. BRELM. Eenige byzonderheden der Natuurlyke Historie, getrokken uit de Reizen van den Hr. TozzETTI. Befchryving van een byzonder foort van Acarus, Vogelluis geheeten, door den Hr. C. DE GEER. Befchryving van de Witte Mus, door den Hr. LIN NEUS. Befchryving van het Goud- of Zilver-Vischje, deszelfs wyze van bestaan, onderhouden, enz. door den Hr. LINNEUS. Berigt wegens het genezen van afgaande Koortfen, door middel van den Bast van willige Boomen, door den Hr. STONE medegedeeld. 89 94 116 122 130 140 Eenige Ophelderingen wegens de verfcheidene Laagen Brief van den Hr. M. F. MUSARD van Geneve aan 144 163 170 De Steen in de Blaas en Nieren der Rotten ontdekt, Vermeerdering van Gewigt in fommige stoffen als de- Vermeerdering van gewigt van de Olie van Vitriool, wanneer dezelve aan de Lugt word bloot geftelt, door WILLIAM GOULD. Eenige deelen van het menfchelyk Lichaam tegennatuurlyk verplaatst. 15 17 29 Een vogt met Zout- en Metaaldeelen bezwangerd, bevriest niet, door J. M. HOFFMAN. 33 Van Linnen 't welk by nagt licht van zich gaf, door 35 De Historie der Mieren, door den Hr. FRANCOIS 'CARRé. 38 Nadere ophelderingen van eenige byzonderheden in het Van toevallen op de beet van een Adder, en derzelver 70 76 81 De De uitwerkingen van een groot Brand-glas, door ver- Historie van den Berg Vefuvius, en verfchynzèlen 92 95 109 136 Kentekenen van een befloten Waterzugt, door den Heer DU VERNEY, den Jongen. Voorzeggingen aangaande de Waterzugt, welken men kan opmaaken na de Doorfteking, door den zelven. 140 Waarneming van eene klopping der Aderen, gelyk aan die der Slagaderen, door den Hr. HOMBERG. Dat de Planten inderdaad Yzer in houden, en de noodzakelykheid daarvan door den Heer LEMERY, den Zoon. Over drie Hoender - Eijeren in een ouden Muur ge vonden. Historie der Kevers, door M. ROESEL. 143 151 163 167 Brief van den Heer DODARD over een VuurIII. Stuk. Pag. I Over de Nain- Laurier. Over de wyze hoe het hout verfteent. 14 16 Brief van den Heer BOULANGER over de Fosfilia. 18 Nadere bewyzen dat de fteenen uit Zee-producten be. ftaan. 27 Een Nieuw Mineraal. 34 Eenige byzonderheden uit het groeijend Ryk. Waarom de Stammen der Planten altoos Loodregt. enz. door den Heer DODARD. 38 52 |