Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

E N

GENEES-KUNDIGE

BIBLIOTHEEK;

Waarin in het kort voorgedraagen worden alle

NIEUWE WERKEN,

Welke, in de GENEESKUNDE en NATUURLY-
KE HISTORIE, buiten ons Vader-
land uitkomen.

DERDEN DEELS EERSTE STUK.

IN 'SGRAVENHAGE,
BY PIETER VAN CLEEF.

M. DCC. LXVIL

I.

Hiftoire Naturelle, Générale & Particuliére, avec la defcription du Cabinet du Roi. Tome Seizième. à Paris de PImprimerie Royale. 1764. 8. plag. 11. tab. an. 26.

d. i.

[ocr errors]

De Natuurlyke Hiftorie, zoo algemee ne, als byzondere; met en nevens de befchryving van het Kabinet des Konings. Seftiende Deel.

DE DOSTINDISCHTJE (le Cochon d'In

E OOSTINDISCHE ROT, of het GUI

Pag. 1. de), eigen aan de heete lugtstreeken van Brafilien en Guinea, leeft egter ook in gematigde, ja zelfs in koude, landen, en brengt aldaar fyne jongen voort, als men denzelven oppast, en voor de onguurheden der lugt bewaart. In Vrankryk brengt men dezelven op, en, fchoon fy zich ongelooflyk vermeenigvul. digen, vindt men hen egter niet in eene groote meenigte, om dat de moeite, welke men aan derzelver oppasfing befteeden moet, niet betaald word door de voordeelen, welke men van hen trekt. De huid is byna van geene A 2

waar.

waarde, en het vleefeh, fchoon eetbaar, is egter zoo goed niet, dat het gezogt worde: hetzelve zou beter zyn, als men hen opvoedde in Konyne-boffchen (Garennes), alwaar fy eene vrye lugt, groote ruimte, en goede kruiden zouden konnen genieten. Die, welke men in de huizen bewaart, hebben omtrent denzelfden onaangenaamen fmaak, als de tamme Konynen, en die zich eenen geheelen Somer door in eenen tuin hebben opgehouden, hebben eenen laffen, doch minder onaangenaamen, fmaak.

Deeze dieren zyn van een zoo fnel en heet temperament, dat fy elkander zoeken, en ter voorteelinge bekwaam zyn, vyf of fes weeken na hunne geboorte; fy zyn egter niet volwasfen, voor dat fy den ouderdom van agt of negen maanden bereikt hebben; maar geduurende dien tyd neemen fy het meeft toe in vettigheid, doch derzelver vafte deelen hebben hunne grootte, eer fe vyf of fes maanden oud zyn. Het wyfje draagt niet langer dan drie weeken, en BUFFON heeft gezien, dat fy jongen ter waereld bragt, wanneer fy zelve pas den ouderdom van twee maanden bereikt had. In deeze eerfte dragt brengen fy niet zoo veele jongen voort, als naderhand; want in den beginne hebben fy op fyn. hoogft vier of vyf, in de tweede dragt vyf of fes, doch daarna zeven, agt, ja fomtyds zelfs elf jongen. De moeder zoogt de jongen niet, dan geduu-, rende twaalf of vyftien dagen, en jaagt hen weg, zoo dra fy in ftaat is, om het mannetje weder te ontvangen, 't geen gemeenlyk gebeurt drie weeken, na dat fy de jongen ter waereld gebragt heeft; en, indien fy by de moeder

A

willen blyven, dan worden fy door het mannetje mishandelt, en gedood. Dus. brengen deeze dieren ten minften alle twee maanden jongen voort, en vermenigvuldigen zich ongelooflyk. Van een koppel zoude men 'er dui- Pag. 4. zend in een jaar konnen hebben, indien fy niet fchielyk wederom vergingen. De koude en vogtigheid doet 'er veelen fterven; fy laaten zich van de Katten opeeten, zonder zich te verdeedigen, want fy zyn nauwelyks gevoelig, dan alleen voor de liefde. Dikwils vegten fy met elkander, en op deeze wyze komen 'er ook veelen om. Sy brengen hun leeven door met flaapen, fpeelen en eeten. Sy flaapen kort, maar dikwils, eeten alle uuren van den dag en nagt, doch drinken nooit, en piffen egter elk oogenblik. Sy voeden zich met alle foorten van kruiden, en voornamentlyk met pieterfelie, welke fy zelfs verkiezen boven de zemelen, het meel of brood; ook fcheppen fy groot behagen in appelen en andere vrugten. Sy eeten zeer fchielyk, omtrent als de Konynen, weinig teffens, maar dikwils. Sy knorren, even als een Speen-varken, maaken nog een ander geluit, waar mede fy hun genoegen te kennen geeven, als fy by het wyfje zyn, en schreeuwen zeer fcherp, wanneer zy pyn gevoelen. Sy zyn zeer teder, kouwelyk, en men heeft moeite, om hen den winter door over te houden, tot welk einde men hen op eene gezonde, drooge, en warme plaats houden moet. Als fy de koude gewaar worden, vergaderen fy zich allen by elkander, en fterven fomtyds alle te gelyk, als de koude zeer hevig is. Van natuure zyn fy zagt en tam,.

A 3

doen

« VorigeDoorgaan »