Aaltje de volmaakte en zuinige keukenmeid;: leerende het braden, koken, stoven, inleggen, konfijten, droogen, enz., van alle spijzen, die in eene burgerkeuken worden toebereid, op de zuinigste, gemakkelijkste en smakelijkste wijze; : gevolgd door een aantal beproefde en heilzame huismiddelenbij F. Kaal, 1828 - 232 pagina's |
Overige edities - Alles bekijken
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aarden pan alles alsdan amandelen andijvie appelen azijn benevens beslag bestrooi bouillon braadt braden BRASEM broodsuiker bruin chalotten citroen citroensap citroenschil daarna dege dezelven doet dojers van eijeren doorstoven droog eenige elkander fijn zout fijngehakte fijngesneden fijngestoten foelie gaar koken gaar zijnde gaarbakken gaarbraden gaarkoken gaarstoven gebraden gekarnde gekookt genoegzaam geraspte gesmolten boter gesneden Gestoofd gestoten beschuit gewasschen gierst giet goed groenten half hetzelve hiertoe kalfsvleesch kaneel kasserol klop koekepan koken KONFIJTEN kookt korenten koud kruidnagelen laat ze voorts legt lepel maak meel melk notenmuskaat oncen ossevleesch peper pintje pond RAGOUT regenwater roer roert rooster salade saus schijfjes schil schoon schotel schuimen selderij siroop snijboonen snijd soep spek stoven strooi stukje boter stukjes suiker tarwebrood tarwemeel toebereid uijen vergiet verkiest versche vervolgens vleesch vuur wasch weinig water wèl wijn zamen zeef zoetemelk zooveel zout en peper zout naar genoegen zuring ор